De noordkust

21 juni 2019 - Oía, Griekenland

We hebben dat autootje niet voor niks, dus vandaag gingen we een stukje rijden. Eerst naar het uiterste puntje van Oía, te voet een uurtje van ons hotel. En Oía, daar komen al die bussen voor want het is immers de parel van Santorini.

Het was verschrikkelijk, om 11:00 uur al - nog geen ondergaande zon te zien. Vanwege de toestroom is er een eenrichtingsverkeercircuit, dus dat rijd je dan in colonne. Elk braakliggend veldje is een parkeerterrein, maar daarvoor moet je betalen (€5 voor vijf uur) dus langs de kant van de weg en op de stoep staat het ook vol. Al die bezoekers moeten dan verder lopen en dat kan alleen nog op de weg.

Auto’s en bussen (elke taal heeft z’n eigen touringcar!) houden zich nog wel aan dat eenrichtingsverkeer, maar de quads... Bij het huren van een quad krijg je zo te zien naast een helm ook een spiegelende zonnebril, en je moet waarschijnlijk je T-shirt inleveren net als je verkeersdiploma. Dat er geen doden vallen hier!

We gingen snel de rest van de verder rustige noordkust langs rijden, hielden een stranduurtje bij Monolithos (€5 per stoel) en reden via 31 haarspeldbochten (quads!) de Meso Vounos op. Van die berg moet je om 15:30 uur weer af wezen, dus de opgraving van het antieke Thera bewaren we voor een volgende keer. We besloten de noordkust met een fijne salade in Kamari bij de gastvrije taverna Irini - nee echt, ik ben niet altijd cynisch. En we weten nu waar de naam Santorini vandaan komt: Santa Irini oftewel de heilige Irene. Je leert nog eens wat.

Foto’s