Touristtrap no. 1

11 mei 2018 - Ponta do Sol, Portugal

Rabaçal is een must als je op Madeira bent. Het is een sprookjesachtig bos met diverse levada’s, een 100m hoge dubbele waterval en het wonder van de 25 fontes - 1 grote en veel kleine watervallen die zich langs veelkleurige rotsen in een meertje storten. 

Iedereen moet hier naartoe, dus het is altijd druk. Dat begint al bij het parkeren. De P op de kaart betekent hier eigenlijk ‘Probeer een plekje te vinden’. En met ‘hier’ bedoel ik op heel Madeira: als we bij ons hotel komen is het ook altijd speuren naar een gaatje en dan zijn we o zo blij met de Punto.

Fase 1 van onze wandeling was in 2km 200 meter afdalen over de inmiddels voor verkeer gesloten oude toegangsweg. Het was geen fijne wandeling, maar we kregen wel een mooie doorsnee van onze collega-wandelaars te zien. Zo was daar een beeldig modieus jong Spaans stel. Hij, op lichte gympen, droeg de waterfles; zij, op roze gympen, had alleen een glitterschoudertasje mee... voor de sigaretten. Er snelden ons kittige Franse dames-op-leeftijd voorbij, met nordic-walkstokken: dat is weer helemaal in, blijkbaar. En natuurlijk waren er Duitsers. Er zijn hier heel veel Duitsers. Geen Nederlandse afritsbroek of matching fleecevest gezien.

Fase 2 was een mooie levadawandeling naar de waterval. Deze 2,5 km is vrij gelijkmatig qua hoogteverschillen, maar killing qua wegdek. Dan weer een bospad met flinke wortels en modderpoelen (leedvermaak over de roze gympen), dan weer glibberige stenen van ongelijke grootte. En smal, soms zeer smal. Dat is geen feest met busladingen tegenliggers. We hebben diverse schokkerdansjes uitgevoerd (zie ook https://m.youtube.com/watch?v=nEZ0XGMAFdU). De waterval was fraai, maar de Madeiravinken stalen de show.

Voor fase 3 wandelden we een kilometertje terug waarna we een trap van 100 meter moesten afdalen: ongelijke treden van ongelijke stenen. Heel naar, maar de fraaie levada daarna maakte veel goed en de ‘25 fontes’ waren de moeite echt wel waard.

Ik zag erg tegen die trap naar boven op, en tegen de 200 meter asfaltweg omhoog, maar ik had een handig alternatief gevonden. Tip: doe dat nooit. Die 300 meter kom je echt wel ergens anders tegen. Maar onwetend begonnen wij aan fase 4, een werkelijk schitterende levada met rijk bemoste bomen, zonneschijn en geen tegenliggers. Het leek wel of we in Rivendell wandelden, en aan het eind was er een prachtig begroeide toegangspoort voor een tunnel van een kilometer.

Aan het eind van de tunnel wachtte ons een mooi uitzicht op de oceaan en fase 5: 300 meter tegen de berg opwandelen want de auto stond aan gene zijde. Het klauteren gaf een ouderwets Alpengevoel, maar toen was ik 30 jaar jonger en minstens zoveel kilo’s lichter (inclusief bepakking). Dankzij veel, heel veel pauzes heb ik het gehaald, en ik ben slechts 1 keer gevallen, dat was toen we bij onverwachte buizenleggers een ingewikkelde manoeuvre moesten uithalen. Een van de werklieden heeft mij vervolgens aan de arm de helling afgeleid naar de gravelweg - de laatste kilometer. “Gemiddeld zwaar”, zei het boekje. Dat had een waarschuwing moeten zijn.

Foto’s

3 Reacties

  1. Joke:
    11 mei 2018
    👍👍
  2. Richard:
    12 mei 2018
    Niet zo klagen, Ina. Je hebt het toch maar mooi gedaan!
    Wees trots!
  3. Joke:
    15 mei 2018
    ach, hier ben je gevallen....da's nou jammer...
    eens kijken of je er dinsdag misschien last van zou kunnen hebben 😏