De laatste kilometers in Beijing

28 april 2014 - Beijing, China

Was onze gids Judy de eerste dag in het geel en gisteren in het mint, vanochtend verscheen ze in het roze, met een schattig blauw hoedje op. Dit was een geschikte combinatie voor het Zomerpaleis, want ondanks de drukte konden we haar telkens snel terug vinden. De massa bestond ook hier voornamelijk uit Chinese toeristen, en allerlei leuke jongens wilden weer met Lucinda op de foto...
 
De eerste attractie van het Zomerpaleis is de kilometerslange houten corridor langs het meer. Hier kon destijds de keizer(in) in de schaduw dan wel uit de regen wandelen. Je hebt al wandelend een mooi zicht op zowel het meer als het paleis en het plafond van de corridor is prachtig beschilderd.  Aan het eind van de corridor is de tweede attractie: drakenboten waarmee je over het meer terug kunt varen naar de andere uitgang. In de zomer bloeien hier ook nog waterlelies, nu deden we het met de mooie uitzichten.

Niet ver van het Zomerpaleis is het Olympisch dorp, daar zijn de Chinezen erg trots op, dus dat moesten we zien. Inderdaad een waar kunstwerk dat vogelnest, mooie lantaarnpalen ook, en een hoop kraampjes met lelijke spullen en lekkere drinkyoghurt.

 Meer aan ons besteed was de Yonghetempel, een Tibetaanse tempel met dezelfde opbouw als de Verboden Stad maar stukken rustiger. Veel mensen brandden bundels wierook voor een van de vijf gebouwen met boeddhabeelden. In het laatste gebouw, het Paviljoen van Oneindig Geluk, staat een boeddha van 26 meter hoog, gesneden uit 1 sandelboom en geheel verguld; het was een kado van de Dalai Lama, aldus Judy. Alles zag er even fris en kleurig uit, overal zweefde wierookrook, en de atmosfeer was bijzonder rustig. 

Hierna pakten we in de Bell and Drumtiwers nog even een drumceremonie mee in toren 1, en een 'theeceremonie' in toren 2. Die laatste was meer een verkooppraatje voor thee, want na een kopje of vier nam onze gasten gastvrouw ons mee naar de winkel waar we voor een blikje thee precies tien keer het bedrag moesten neertellen dat we er in de buurtsuper voor hadden betaald. Deze shopstops zijn een verplicht onderdeel, opgelegd door de Chinese overheid. Kopen is natuurlijk niet verplicht, maar ja...

Ons laatste gegidste bezoek was aan een hutong, een oude wijk waarin mensen nog serieus zonder eigen badkamer wonen maar die toch populair is/wordt bij yuppies. In een riksja werden we door de wijk gereden en we mochten een kijkje nemen in een van de huizen. Dit laatste onderdeel wordt aangeprezen als 'local family', maar onze familie was niet thuis en onze riksjarijder sprak geen Engels dus we waren snel uitgekeken.  

Hierna bracht Judy ons terug naar het hotel, maar niet nadat ze in ons vaste restaurant met ons het keuzemenu-van-de-dag had samengesteld en zoals gebruikelijk alvast voor ons afrekende. Ons afscheid daarna was roerend, we hadden het leuk met elkaar deze dagen. 

Na ons diner gingen Lucinda in ik samen naar de Night Market. Judy had uitgelegd welke metro en welke halte we moesten hebben. Helaas, eenmaal op de juiste bestemming waren we op straat het spoor bijster. We hielden een agent aan, maar die sprak geen Engels, evenmin als de zes mensen die erbij kwamen staan. Nu bracht het 'Point-it'-boekje uitkomst. Na wat bladeren vond ik een plaatje van een markt, en meteen gingen alle armen dezelfde kant op... Ja hoor, daar was de markt met de schorpioenensnacks, inktvislolly's, eindelijk leuke oorbellen en bussen vol Chinezen (die bussen stonden aan de achterkant) die zich overigens ook vergaapten aan de zielige schorpioenen. Ze namen wel allemaal die inktvislolly's...

Foto’s