Havana voor gevorderden
We maakten vandaag een zweterige stadswandeling. Vanaf onze casa in Centro Habana liepen we eerst langs veel verwaarloosde art decogebouwen. Sommige gaan een mooie toekomst tegemoet - dan stonden er foto’s voor van hoe het pand er ooit (weer) uit gaat zien - en hier en daar waren er daadwerkelijk bouwvakkers aanwezig. Al snel kwamen we in het behoorlijk gerestaureerde oude centrum, Habana Vieja.
Eerste stop daar was de kathedraal van Havana uit 17-zoveel: barok van buiten, gestript van binnen en ook zonder kaarsjesaanstekerij, nog nooit meegemaakt. We wandelden de Calle Mercaderes (markstraat) af, o.a. langs het monument van El Liberator Simon Bolivar waar net een kranslegging was, compleet met saluerende soldaatjes. Op het Plaza de Arms vroeg een Italiaan ons een foto van hem te maken, en daarna kwam het: “Today is a special day. Haven’t you heard? There is a great salsafestival in Havana. Free drinks! I was there yesterday.” En hij liet een filmpje zien van een dampend dance-event. Wij schoten allebei in de lach, en we hebben de rest van zijn verhaal niet meer afgewacht.
Via het Plaza Vieja kwamen we bij de oude rumfabriek van Havana Club. Stop 2 dus: rondleiding met proeverij. Onze gids was een enthousiaste jongedame die met veel verve van alles vertelde over het proces van suikerriet tot rum aan de hand van een geweldige maquette met echt rijdend treintje. We proefden de melasse (honingdrop!), roken aan de 76%-fles en genoten van een shotje donkere rum van 7 jaar oud. Was leuk, hoewel nep want de echte fabriek staat dus ergens anders.
Stop 3 zou de kunstnijverheidsmarkt van Alcamede zijn, in een groot oud pakhuis. Die markt bleek helaas gesloten vanwege ‘reparaties voor de Dag van de Revolutie’. Die feestdag is op 26 juli! Je handel daarvoor een week sluiten, dan kan alleen in een communistisch land. We sjouwden maar weer verder, nu buiten het oude (toeristische) centrum, dus de bouwvallen waren ruim voorhanden. En eindelijk was daar een WiFi-hotspot, herkenbaar aan schermverslaafden. Er liep een jongeman waar je de broodnodige kraskaartjes kon scoren, nodig om te kunnen inloggen. Dat inloggen lukte nog niet, later maar weer eens proberen.
Die straatverkopers zijn eigenlijk de enige winkels hier, afgezien van enkele souvenirsshops in het oude centrum (shirts met Che, tassen met Che, petten met Che). We zagen tijdens onze wandeling wel een paar marktachtige settings (drie kraampjes met groente en fruit), enkele bakkertjes, twee nagelstudio’s en borden die aangaven dat ergens een kapper was gevestigd. Supermarkten bestaan uit lange balies met enkele kassa’s voor schappen die voornamelijk gevuld zijn met flessen water (kassa 1), rum (kassa 2), sigaren (kassa 3) en heel soms met iets anders. Lekker shoppen is er hier niet bij, wat zullen we een geld overhouden!
Een gewone gele taxi bracht ons naar autoverhuurder Rex. Grappig: of we er bezwaar tegen hadden dat zijn vriendin even meereed, vroeg de chauffeur. Nee hoor, hadden we niet. Bij Rex kregen wij een niet al te jonge zilveren MG mee, handgeschakeld helaas, maar wel met airco. Hiermee stortten wij ons in de avondspits. Het viel nog best mee: slechts een keer de motor af laten slaan en wij konden onze straat gewoon vinden. Van host Gerardo mochten we aan de straat parkeren; daar waren de voetbaljongetjes minder blij mee. Sorry!
Werkelijk uitstekend (maar/dus niet echt goedkoop) gegeten in het Spaanse restaurantje Castropol aan de Malecon, nu met een pina colada dus met die ruminname gaat het goed.
Dat hij 125.000 heeft gereden maakt het alleen maar beter, toch?
Nu jullie een fijn restaurant gevonden (maar wel wat duur) gaat het geld vast daarheen, in plaats van naar het shoppen 😄