Van Paihia naar Piha

17 oktober 2016 - Paihia, Nieuw-Zeeland

Vandaag koersten we zuidwaarts, maar natuurlijk niet langs de kortste weg. Eerst staken we het eiland over van oost naar west. Bij Opononi kwamen we uit bij de Hokianga Harbour, een baai van de Tasmanzee; vanaf het zgn. South Head zagen we ze allebei, zee en baai, met een prachtige duin ertussen. De branding van de zee was oorverdovend - heel wat anders dan die zoete Stille Zuidzee.

De weg naar het zuiden ging door boerenland, landbouw én veeteelt, dus we zagen diverse koeien- en schapenrassen, avocadoboomgaarden, kale tarwevelden en lege zoeteaardappelakkers. Honderden jaren geleden was dit hele eiland volledig bebost met kauri, kaarsrechte heel hoge bomen. Toen kwamen de Maori; die kapten af en toe een boom om er een (50-persoons) kano van te maken.

De zeevarende naties echter zagen in elke boom een mast. Zij slaagden erin in 100 jaar het hele Noordereiland leeg te kappen. Het hele Noordereiland? Nee, een paar bomen boden moedig weerstand, en die staan in het 18km lange Waipoua Forest waarin ook nieuw kauri een kans krijgen. Zo staat hier Tane Mahura, 'Lord of the trees' (nee echt). Deze kolos is naar schatting 2000 jaar oud, 55 meter hoog en 14 meter in omtrek. En zo zijn er nog een paar oude overlevers te bekijken. Voor (en na) het bezoek moet je wel je schoenen schoonborstelen en over een zeepsopmat lopen, want een koutje is blijkbaar zo gevat door die woudreuzen.

Na 200km platteland - dat hier niet echt plat is - en na mooie doorkijkjes naar de zee, bereikten we een volgend woud, het Waitakere Ranges National Park, met een weg naar de kustplaats Piha. Een groter contrast met Paihia is niet denkbaar. Daar was een kalme baai met bruisende horeca; hier is een woeste zee en op maandag alles gesloten. Waren we bekaf na onze monstertocht, moesten we ook nog pasta gaan maken...

Foto’s