de Gobi-express: halte Hustai

7 mei 2014 - Hustai National Park, Mongolië

Ook dit gerkamp verzorgde een prima ontbijt, eitje erbij, heerlijk. Toen gingen we op pad naar ons laatste gerretje. Veel asfalt vandaag, en dat heeft wonderlijke voordelen: er is meer verkeer en dus meer dode dieren waar grote roofvogels op azen.  Het werd een echte vogelaarsdag. Natuurlijk ontbrak onze (steppe)zwaluw niet. Die zandkleurige beestjes reisden al de hele week met ons mee. Verder zagen we gieren en buizerds, veel meeuwen (!), zeker tien kraanvogels, een kleine arend en een wittige valkachtige die ze hier kite noemen. Behalve kadavers (een paard, een schaap, een hond) stikt het hier ook van de muizen: luilekkerland dus. We zagen zelfs een yak-op-afstand. Omdat het te donker was (buitjes), zat een foto er helaas niet in. Na de lunch in het plaatsje Lun was het nog maar een klein stukje naar het Hustaipark. Dit natuurpark staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. In 1996 zijn hier Nederlandse przewalskipaarden uitgezet, en om dat te vieren hebben Wim-Lex & Max hier in 2006 in een ger gelogeerd. Speciaal voor hen is daar toen een toiletgebouwtje naast gebouwd. Wij hebben de ger erachter, zonder eigen wc. Maar met brandhout, plastic zakjes met steenkool, thee, handdoeken en stroom. We waren net gesetteld toen het begon te sneeuwen. In een kwartier lag er een flink pak. Maar Munkh gaf de moed niet op: in de auto op przewalskisafari. Zonder garanties natuurlijk, maar de springerige marmotten vonden we ook al leuk. Een busje collega-toeristen kwam onverrichterzake terug; de 72-jarige ranger in de volgende auto gaf echter een goede tip. En inderdaad, op enig moment zagen we een groepje van zes ooit-uitgestorven dieren. In een sneeuwstorm, voor een leuk effect. Een echte bonus. Bij het prima diner (frisse appelsalade, kippenpootjes met rijst en bonen, yoghurtje toe) kregen we een aantal films over het park en de rest van de natuur in Mongolië te zien. Trots konden we bij veel shots zeggen: gezien, geweest, geproefd. Dit was het drukste kamp: veel vaste bewoners (rangerfamilies, horecapersoneel + kinderen), nog een Engels stel met gids & chauffeur en een stel Zwitsers die hier onderzoek doen.  

Foto’s